De ethernetverbinding hangt af van vele factoren. In de eerste plaats dient nagekeken te worden of de communicatie op het lokale netwerk (LAN) nog perfect werkt. Wanneer de linkse status led op de ethernetconnector groen brandt, betekent dit een goede fysieke verbinding met een switch of router. De rechtse led zal groen knipperen bij ontvangst van data.
Wanneer de ethernetinterface op "AutoIP" ingesteld werd, dan zal deze enkel (aan een DHCP-server) naar een IP-adres vragen, bij het opstarten van de controller wanneer de kabel reeds is ingeplugd. Het kan dus zijn dat bij een volledige stroompanne de controller sneller opstart dan de DHCP-server (meestal ingebouwd in de router/modem). Hierdoor heeft de controller geen IP-adres gekregen en zal deze nog eens moeten heropgestart worden. In de SMIII kan met het toegekende IP-adres opzoeken via Hulpprogramma's/Setup/Verbinding /TCP/IP Instellingen.
U kan ook de ethernetinterface op een vast IP-adres instellen. Om een verbinding met de Cloud te kunnen maken is dan ook een correct ingestelde Gateway en DNS noodzakelijk. Let wel op dat het ingesteld IP-adres in het goede subnet gekozen wordt, want bij het aansluiten van de controller op een ander subnet zal deze waarschijnlijk onvindbaar worden.
Via de opdrachtprompt kan men nu nakijken of de communicatie perfect loopt. Bvb.: "PING 192.168.0.101 -t" Wanneer hier na 1 minuut geen enkele timeout optreedt, dan hebt u een perfecte fysieke verbinding.
Indien bovenstaande regels gevolgd werden en er geen speciale firewall aanwezig is, zal de verbinding met de Cloud ook perfect in orde zijn. Indien wel een Firewall actief is, is het noodzakelijk dat alle TCP-communicatie via Poort 80 naar de Cloud toegelaten wordt.
Wij helpen u graag verder! Marc, Stan, Nico, Maarten, Dieter en Maarten (VP).
Neem contact op met een installatiebegeleider
Zij maken graag tijd om samen uw probleem aan te pakken!
© Qbus Building Intelligence